Sunfire XTEQ12 Subwoofer herzien - HomeTheaterReview

De Sunfire XTEQ12 brengt een dierbare herinnering voor me terug: het zien van het persbericht voor de eerste Sunfire-subwoofer, in 1995. Het beeldde Sunfire-oprichter Bob Carver uit, met zijn nieuwe miniatuur-subwoofer in zijn hand en buiten zijn onopvallende hoofdkantoor van het bedrijf, met hoogspanningsleidingen en grenen bomen op de achtergrond. Die originele Sunfire True Subwoofer - een combinatie van een versterkte driver en passieve radiator, Carver's coole Tracking Downconverter-versterker en een basversterkingscircuit om de kleine behuizing van de sub te compenseren - veranderde de audio-industrie. Het werd op grote schaal gekopieerd en de invloed ervan is terug te zien in praktisch elke subwoofer die tegenwoordig wordt verkocht.

gezichtsherkenning vergelijk twee foto's online

De nieuwe subwoofers uit de XTEQ-serie zien er nauwelijks anders uit dan het origineel, ook al is Carver allang uit het bedrijf verdwenen. De topklasse XTEQ12 van $ 2.000 heeft een 12-inch driver, een 12-inch passieve radiator en een Tracking Downconverter-versterker met een vermogen van 3.000 watt. De lijn omvat ook 8- en 10-inch modellen.

Het grote verschil tussen de XTEQ-serie en de originele Sunfire-subwoofers is een automatische EQ-functie. Sluit de meegeleverde testmicrofoon aan op een aansluiting aan de achterkant van de sub, plaats de microfoon waar je hoofd zal zijn als je in je favoriete luisterstoel zit en druk op de startknop aan de achterkant van de sub. De sub loopt dan automatisch door vier tonen (35, 49, 64 en 84 Hz) en gebruikt het signaal van de testmicrofoon automatisch naar EQ zelf, waardoor de respons wordt geoptimaliseerd voor de akoestiek van je kamer. Je kunt de sub ook handmatig aanpassen, hoewel deze functie beperkt is, kun je alleen de frequenties met +6 dB verhogen. Hoe dan ook, met een kleine schakelaar op het achterpaneel kun je de EQ in- en uitschakelen nadat deze is ingesteld.

Automatische EQ is natuurlijk in de meeste AV-receivers ingebouwd. Als de resultaten van de automatische EQ van uw receiver u echter niet bevallen, of als u de XTEQ12 gebruikt in een stereosysteem zonder automatische EQ, kan deze functie van pas komen.

De XTEQ12 is een mooi afgewerkte kubus die redelijk zwaar is voor zijn formaat. Aan de onderkant heeft het vier Anti-Walking Tread Design-voeten, die bedoeld zijn om te voorkomen dat de onderzeeër rondscharrelt op tegels of houten vloeren terwijl deze trilt.

De Hookup
De XTEQ12 biedt een aantal ongebruikelijke en welkome aansluitingsopties. U kunt de gebruikelijke lijnniveau-run uitvoeren (via RCA- of XLR-kabel) vanaf uw ontvanger of voorversterker / processor. Of je kunt lijnniveau-signalen via RCA-kabels van een stereovoorversterker naar de sub voeren, en die signalen vervolgens rechtstreeks naar je versterker sturen - en, als je wilt, het schakelbare 85-Hz hoogdoorlaatfilter van de XTEQ12 gebruiken om de bas uit het signaal dat uw hoofdluidsprekers voedt. Deze functie maakt het gemakkelijk om de XTEQ12 te gebruiken in een stereosysteem met een paar miniluidsprekers. Bij de meeste subwoofers en stereosystemen zou je de miniluidsprekers op het volledige bereik moeten laten werken, in welk geval je vrijwel zeker lage tonen krijgt en waarschijnlijk minder leven uit je luidsprekers haalt.

Ik gebruikte de XTEQ12 met een Klipsch Reference-systeem gebaseerd op de RP-280FA-torens. Ik heb twee sets elektronica gebruikt: een Denon AVR-2809Ci-ontvanger aangesloten op een AudioControl Savoy meerkanaalsversterker en een Pioneer Elite SC-89 uitgerust met Dolby Atmos. Ik heb een crossover-punt van de subwoofer van 80 Hz gebruikt, dus de sub zou het grootste deel van de bas zelf moeten verwerken, zonder hulp van de woofers van de torenluidsprekers.

Ik was verrast om een koellichaam aan de onderkant van de sub te zien. Eerdere Sunfire-subs die ik heb beoordeeld, hadden dit niet, en ik had de indruk dat de Tracking Downconverter-versterker (die in wezen een Klasse G / H-ontwerp is) zo koel werkt dat hij geen externe warmteafleider nodig heeft. Dit koellichaam heeft kleine vinnen die ongeveer een centimeter hoog zijn en is verzonken in de onderkant van het chassis, zodat er weinig luchtstroom wordt. De gootsteen wordt behoorlijk heet en zit zo dicht bij de grond dat de vinnen een indruk achterlieten in mijn laagpolige tapijt. De hitte heeft mijn tapijt niet beschadigd, maar als ik een duur tapijt had, zou ik me zorgen maken.

Het is trouwens maar goed dat die Anti-Walking Tread Design Feet er zijn, want deze subwoofer schudt veel heen en weer als hij diepe basnoten speelt.

Prestatie
Het eerste dat ik moest doen, was de auto EQ testen en kijken of ik deze tijdens mijn review moest gebruiken. Deze systemen werken niet altijd zoals geadverteerd. Een fabrikant raadde me eigenlijk aan om de auto EQ van zijn sub niet te gebruiken, die niet door zijn bedrijf is ontwikkeld, maar door welk bedrijf dan ook dat de versterker van de sub heeft vervaardigd. Dus speelde ik een paar deuntjes met melodieuze baslijnen - Steely Dan's 'Aja' en de live versie van James Taylor's 'Shower the People' - om te zien hoe de sub presteerde in de 'subwoofer sweet spot' van mijn luisterruimte zonder de EQ . Daarna draaide ik de EQ, die slechts een paar minuten duurt, controleerde het niveau van de subwoofer in de ontvanger opnieuw en luisterde opnieuw.

Aja door Steely Dan Bekijk deze video op YouTube

Het verschil was vrij duidelijk. De auto EQ veranderde het geluid niet radicaal, maar zonder dit waren sommige noten in de baslijnen van die melodieën een stuk zachter dan andere. Gezien de voortreffelijkheid van de bassisten op deze melodieën en de hoeveelheid verwerking en compressie die in de mixen wordt gebruikt, denk ik dat het veilig is om te zeggen dat deze lijnen bijna perfect gelijkmatig klinken. Met de auto EQ ingeschakeld, kwam elke noot in de baslijnen op ongeveer hetzelfde niveau binnen en klonken de lijnen daardoor vloeiender en melodieuzer. Ik liet de automatische EQ aanstaan voor het grootste deel van de rest van mijn evaluatie, en schakelde hem slechts kort uit bij een paar filmscènes waarbij ik me afvroeg of de EQ de output een beetje verminderde.

In feite zijn deuntjes zoals deze (en Toto's versleten klassieker 'Rosanna') waar de XTEQ12 schittert. Als je eenmaal een goed geproduceerde, gelikte muzikale uitvoering als deze hoort via een sub die EQed voor je kamer is, is het moeilijk om terug te gaan naar een sub die zonder EQ draait. De groove van de melodie is beter omdat de bas bij bepaalde noten niet wegvalt, en je kunt ook een beter gevoel krijgen voor de harmonie van de melodie.

Ik kon dit voordeel nog meer horen op Holly Cole's 'Train Song' van de Temptation-cd. De melodie begint met diepe noten van een rechtopstaande bas. Door de XTEQ12 zonder auto EQ klonk het prima, ongeveer zoals ik gewend ben te horen. Met de auto EQ waren de noten gelijkmatiger, en ik leek ook een beter idee te krijgen van het 'grommen' in de bovenste harmonischen van de noten.

Train Song Bekijk deze video op YouTube

Je zult deze verbetering niet in elk deuntje opmerken toen ik de intro van 'Detour Ahead' speelde van schijf drie van het Bill Evans Trio's The Complete Village Vanguard Recordings 1961, de openingsnoten van bassist Scott LaFaro klonken nauwelijks anders met automatische EQ. Waarom? Omdat een op 80 Hz gekruiste subwoofer alleen de grondtonen van de onderste 13 of zo tonen van een standaard bas verwerkt. Uw hoofdluidsprekers kunnen alle harmonischen aan, plus de grondbeginselen van alle midden- en boventonen.

Deze gelijkmatige respons in het tweede octaaf van bas (40 tot 80 Hz) deed ook goede dingen voor filmsoundtracks. Toen ik de scène speelde vanaf de Interstellar Blu-ray-schijf waar het schip voor het eerst het wormgat binnengaat, kwamen de intense midbass-trillingen prachtig door, waardoor ik het overtuigende gevoel kreeg dat ik in een metalen voertuig zat dat op het punt stond uit elkaar te worden geschud. Latere scènes, zoals die waarin een van de ruimteschepen wordt getroffen door kolossale golven, gaven me ook een krachtig gevoel van de basvibraties in de soundtrack.

beste weer-apps voor Android 2015

Klik verder naar pagina twee voor de keerzijde, metingen, vergelijking en concurrentie, en conclusie ...

Het nadeel
De keerzijde van de XTEQ12 is letterlijk de keerzijde: het basgebied onder de 40 Hz. Hoewel ik een goede output kreeg bij alle stoten, trappen en explosies in soundtracks van films, kreeg ik niet veel van die krachtige, kamerdrukverhogende laagfrequente energie die de grootste en beste subwoofers leveren.

Bijvoorbeeld, in de scène in de U-571 waar de titulaire onderzeeër onder een torpedobootjager duikt en je de motorgeluiden van de onderzeeër en het schip hoort, heb ik niet de intense, vloer-trillende diepe bas ervaren die de beste subwoofers kunnen reproduceren . Het kanonschot op het dek en de resulterende explosie in de scène hadden een redelijke stoot en impact, net als de dieptebommen die volgden, maar het 'spannende rit'-deel van de ervaring ontbrak grotendeels. ('Goed!' Ik kan sommige audiofielen bijna horen schreeuwen.)

Ik voelde me hetzelfde tijdens de Attack of the Clones-clip. De XTEQ12 kon me entertainen, maar om me niet bang te maken, had hij niet genoeg diepe bassen om me echt in de actie te zuigen. Ik ben hier kieskeurig, maar de meeste subwoofers van $ 1.000 en meer die ik test, hebben deze mogelijkheid. Als je soundtracks van films op een stiller niveau afspeelt, zul je dit misschien nooit merken ... maar dan heb je waarschijnlijk ook geen subwoofer van $ 2000 nodig.

Zoals ik altijd doe tijdens subwoofertests, speelde ik de opname van de Saint-Saëns Orgelsymfonie van de Test CD-1 van Boston Audio Society Deze opname bevat pijporgelnoten die dalen tot 16 Hz. Met een eersteklas subwoofer zal deze track je bang maken omdat je je hele huis voelt trillen en waarschijnlijk dingen in aangrenzende kamers hoort ratelen, net als bij een milde aardbeving. Met de XTEQ12 kreeg ik dit effect niet alleen niet, maar toen ik het aanzwengelde, produceerde de sub eigenlijk een paar valse tonen die de originele noten verdoezelden - het resultaat van harmonische vervorming, die valse tonen creëert die dat niet zijn in de bronopname. Latere metingen bevestigden een valse derde harmonische op hoge niveaus met de diepste bastonen, waardoor in wezen een toon een octaaf en een vijfde hoger werd toegevoegd. Natuurlijk bevat heel weinig muziek en films veel inhoud op zulke diepe frequenties, maar enthousiastelingen verwachten terecht dat een eersteklas, dure subwoofer praktisch elk materiaal op hoog niveau kan afspelen zonder grove vervorming. In feite behandelde SVS 'PB-1000 - een groter maar voor $ 499, veel goedkoper geport model met een 10-inch driver - de diepe tonen in de' Organ Symphony 'met meer autoriteit en minder vervorming.

Maten

Frequentierespons
± 3,0 dB van 43 tot 91 Hz
± 5,0 dB van 24 tot 110 Hz

Crossover low-pass roll-off
-36 dB / octaaf

De bovenste grafiek toont de frequentierespons van de XTEQ12 met de crossover ingesteld op de maximale frequentie, of bypass-modus (blauw spoor), en op de 12:00 positie, of ongeveer 80 Hz (groen spoor).

controleer of twee strings anagrammen zijn

Ik moest de meetspecificaties op de XTEQ12 openen tot ± 5 dB. Je kunt zien dat het duidelijk een ruime respons heeft tot in het 25-Hz-gebied, maar een piek bij 70 Hz werpt de ± 3dB-specificatie af. Ja, de auto EQ zou dit kunnen verhelpen, maar ik denk dat het een betere strategie zou zijn om de respons van de sub vlak voor de EQ te krijgen.Als je kamer een resonantie heeft op 70 Hz, heeft de auto EQ misschien niet genoeg bereik om hem te temmen vanwege de responspiek van 70 Hz van de sub. De 24-Hz diepe bas-extensie in mijn resultaten vertegenwoordigt een goede schatting van wat je in een normale kamer krijgt, vooral als je een ontvanger gebruikt en je de automatische EQ-functie van de ontvanger inschakelt.

De onderste grafiek toont de respons van de XTEQ12 gemeten op mijn zitpositie voor (groen spoor) en na (oranje spoor) auto EQ. Zoals u kunt zien, waren de effecten van de automatische EQ beperkt maar nog steeds aanzienlijk. In mijn luisterpositie (en in een groot deel van de kamer) heeft mijn kamer een brede piek bij ongeveer 40 Hz, die de EQ mooi afvlakte. Het verminderde ook enigszins een milde piek bij 84 Hz, maar het deed niets om de piek bij 63 Hz af te vlakken. Ik zou zeggen dat deze prestatie eigenlijk bovengemiddeld is voor een relatief eenvoudig auto-EQ-systeem voor een subwoofer, hoewel ik betere resultaten heb gehad met systemen zoals Velodyne's Digital Drive en Paradigm's PBK.

De hier getoonde CEA-2010A-resultaten zijn voor een tweede testmonster dat Sunfire heeft geleverd na het zien van mijn resultaten met het eerste monster. Het meet beter dan het originele monster: het oorspronkelijke gemiddelde was 115,0 / 101,0 dB, het tweede monster was gemiddeld 116,2 / 105,4 dB (deze gemiddelden zijn respectievelijk voor 40-63 Hz en 20-31,5 Hz). Geen van de nummers is echter indrukwekkend voor een subwoofer van $ 2.000, zelfs als deze zo klein is. Bijvoorbeeld, de SVS SB-2000, een $ 699 verzegelde subwoofer die bijna precies hetzelfde formaat heeft als de XTEQ12, is gemiddeld 117,8 / 107,4 dB. De SVS PB-1000, een $ 499 ported sub met een 10-inch driver en 300 watt versterker, gemiddeld 118,2 / 111,6 dB. Velodyne's Wi-Q12 van $ 899, een 12-inch, 225 watt geporteerde sub die een auto EQ-functie heeft die vergelijkbaar is met die van de XTEQ12, maar ook draadloze mogelijkheden en afstandsbediening toevoegt, is gemiddeld 116,5 / 103,1 dB.

Het is vermeldenswaard dat bij 63 en 50 Hz de vervorming van de subwoofer een relatief lage totale harmonische vervorming (THD, inclusief in dit geval de tweede tot en met vijfde vervormingsharmonischen) was, respectievelijk 9,6 en 5,5 procent was met het tweede monster. Meestal zie ik hier cijfers van meer dan 15 tot 25 procent THD. Dat klinkt waarschijnlijk als veel, want we zijn allemaal gewend dat THD wordt geciteerd voor versterkers, maar voor een sub is zelfs 10 procent THD meestal nauwelijks hoorbaar. Dus de limiter houdt de vervorming van de XTEQ12 laag en verlengt waarschijnlijk de levensduur van de driver en passieve radiator, maar het kan voorkomen dat de sub de dynamische pieken levert die een minder conservatief ontworpen product kan bereiken.

Hier is hoe ik de metingen heb gedaan. Ik heb de frequentierespons gemeten met een Audiomatica Clio FW 10 audioanalysator met de MIC-01 meetmicrofoon, met de automatische EQ van de sub uitgeschakeld. Ik deed een meting van dichtbij met de microfoon op ongeveer een kwart inch van de woofer en de passieve radiator, en somde vervolgens de reacties op. (Ik sluit microfoons vaak niet dicht, maar in dit geval wel omdat beide stralende oppervlakken even groot zijn en dus geen schaalvergroting van de curves nodig hebben voordat ze worden opgeteld.) Gezien het ietwat ongebruikelijke resultaat van de frequentierespons, heb ik de meting gecontroleerd door nog een meting doen in een grondvlakomgeving, buitenshuis op een meter met een Earthworks M30 meetmicrofoon, afgevlakt tot 1 / 6e octaaf, en kreeg bijna identieke resultaten.

Ik heb CEA-2010A-metingen gedaan met de Earthworks M30-microfoon, een M-Audio Mobile Pre USB-interface en de CEA-2010-meetsoftware die draait op het Wavemetric Igor Pro wetenschappelijke softwarepakket. Ik heb deze metingen uitgevoerd bij een piekvermogen van twee meter en heb ze vervolgens opgeschaald naar het equivalent van één meter volgens CEA-2010A-rapportagevereisten. De twee sets metingen die ik hier heb gepresenteerd - CEA-2010A en traditionele methode - zijn functioneel identiek, maar de traditionele meting die door de meeste audiowebsites en veel fabrikanten wordt gebruikt, rapporteert resultaten met een RMS-equivalent van twee meter, wat -9dB lager is dan CEA-2010A. Een L naast het resultaat geeft aan dat de uitvoer werd bepaald door de interne schakelingen van de subwoofer (d.w.z. limiter) en niet door de CEA-2010A vervormingsdrempels te overschrijden. Gemiddelden worden berekend in pascal. De automatische EQ van de sub is uitgeschakeld.

Vanwege de ongebruikelijke prestaties van de XTEQ12 heb ik twee meetrondes uitgevoerd op het originele monster en een nieuwe ronde CEA-2010-metingen op het tweede monster. Ik heb ook wat meer metingen gedaan, met behulp van TrueRTA-software en de Earthworks-microfoon om de piekuitvoer te meten tijdens passages van U-571 en de 'Organ Symphony.'

Vergelijking en concurrentie
De XTEQ12, die relatief klein is met ongeveer 14 inch aan elke kant, concurreert niet met de grote monster-subs van bedrijven zoals Hsu Research, PowerSound Audio en SVS. Het is het beste te vergelijken met kleinere 'lifestyle'-subs, bij voorkeur degenen die een soort auto EQ-functie hebben.

De Monitor Sub 12 van Paradigm ($ 1.100) heeft bijvoorbeeld een 12-inch driver en een versterker van 900 watt en is ongeveer even groot als de XTEQ12. Voor $ 100 extra kan Paradigm de Perfect Bass Kit (PBK) leveren, wat naar mijn ervaring een geavanceerder en effectiever auto EQ-systeem is dan het systeem dat wordt gebruikt in de XTEQ12. Het nadeel van de Monitor Sub 12 is alleen dat hij lelijk is, de 'mooie' versie, de Prestige 1000SW, kost het adembenemende bedrag van $ 2.999. Helaas kan ik me niet herinneren dat ik aan beide uitvoermetingen heb gedaan. Ik betwijfel echter ten zeerste dat een fatsoenlijke sub van meer dan $ 500 de output van de XTEQ12 niet kan evenaren of, waarschijnlijker, overtreffen.

Als je echt auto-EQ wilt (en geen ingebouwde ontvanger gebruikt), kan elke subwoofer worden gecombineerd met een add-on auto-EQ, zoals de $ 269 DSPeaker Anti-Mode 8033Cinema. Een ander alternatief is om twee goedkopere subwoofers te kopen en deze in de hoeken van de kamer te plaatsen. Zelfs zonder automatische EQ zullen twee subwoofers automatisch enkele van de negatieve effecten van de kamerakoestiek op de basweergave verzachten, en je krijgt de gunstige effecten over een groter deel van de kamer, dus het geluid is niet alleen optimaal voor jou, maar voor iedereen.

Gevolgtrekking
Er zijn dingen die ik leuk vind aan de XTEQ12, waaronder de automatische EQ, het ingebouwde hoogdoorlaatfilter voor satellietluidsprekers en het kleine formaat. Het levert echter niet meer output op dan veel modellen tegen veel lagere prijzen, en subs met vergelijkbare of zelfs superieure functiepakketten zijn voor veel minder verkrijgbaar. Ja, een Sunfire-subwoofer is een klassieker, maar je moet verwachten dat een subwoofer van $ 2.000 met een 12-inch driver en een versterker van 3.000 watt krachtige diepe bassen zal leveren. Die uitdaging wordt simpelweg gemist met dit product.

Aanvullende bronnen
• Bekijk onze Categoriepagina voor subwoofers om soortgelijke recensies te lezen.
Sunfire's nieuwe XTEQ-subwooferserie is nu beschikbaar op HomeTheaterReview.com.